De zomerdag
Ik ben zo verdrietig
Er vloog een mus langs mijn raam vandaag
De zon scheen door het bovenlicht
In de verte toeterde
Een vrolijke auto
De mus kwetterde tegen het glas
Scheerde zich dan een weg
Door de nazomerlichtbundel
Die mijn voorhoofd raakt
Ik denk dat ik bij de buren
Kokende spruitjes ruik
Starend uit mijn raam
Tuur ik naar de zomer
op straat
beneden.